Kerrieplant kun je goed zelf zaaien. Het beste begin je al vroeg in het jaar met voorzaaien; dat kan in een kasje maar ook eenvoudig in potjes of trays op de vensterbank.
Na de ijsheiligen, rond half mei, mogen de plantjes dan naar buiten. Onder de juiste omstandigheden wordt de plant gemiddeld zo’n 50 centimeter hoog. Na de bloei kun je het beste alleen de bloemen weghalen; wacht met terugsnoeien liever tot het voorjaar, want dan loopt hij meteen weer uit. De plant kan niet tegen vorst, dus bescherm hem met bijvoorbeeld stro of overwinter hem binnen.
Kerrieplant in de keuken
Het aroma van de kerrieplant is het sterkst vóór de bloei. Wil je hem in de keuken gebruiken om te kruiden, knip dan vlak voor gebruik enkele takjes van de struik. De kerrieplant verliest namelijk na het drogen zijn typische aroma. Kook één of enkele takjes mee met het gerecht, maar nooit langer dan vijf tot tien minuten omdat het kruid anders een wat bittere smaak aan het gerecht kan geven. Verwijder het takje voor het opdienen, want de maag kan er door van streek raken.
Met het blad van kerrieplant kun je rijst- en stoofgerechten en sauzen aromatisch verfijnen. Het blad geeft een lichte kerriesmaak aan gerechten.
Gezonde thee
Je kunt ook de bloemetjes drogen voor een gezonde thee; het werkt verzachtend bij aandoeningen aan de luchtwegen en heeft een zuiverend effect. Of droog de bloemen en voeg ze toe aan een potpourri.
Geen kerrie
Je zou denken dat de kerrieplant de basis vormt voor het alom bekende kerriepoeder maar niets is minder waar. Alleen de geur van beide lijkt op elkaar. Kerriepoeder is een mengsel van meer dan tien verschillende, fijngemalen kruiden en specerijen. Het bestaat uit onder meer gember, koriander, peper, mosterdzaad, kardemom en kurkuma; deze laatste geeft de gele kleur aan kerriepoeder.